Heeft u onlangs een nieuwe prothese aangemeten gekregen? Dan is het de bedoeling dat u met deze voorziening een tijd vooruit kunt. Dit gaat altijd gepaard met een gewenningsfase, ook als u al jaren een prothese heeft gedragen. De combinatie van nieuwe elementen op een nieuwe, strakkere basis vraagt namelijk het een en ander van uw aanpassingsvermogen. Drukplekjes zijn niet vreemd. Wacht in dat geval niet te lang met het bezoeken van de klinisch prothesetechnicus of de tandarts. We begeleiden u graag in het gewenningsproces totdat u goed met de prothese kunt functioneren.

EENMAAL EEN PROTHESE, VOOR ALTIJD KLAAR?

Na verloop van tijd bent u gewend aan uw nieuwe kunsttanden en -kiezen. Zo goed zelfs, dat het lijkt alsof ze er altijd zijn geweest. Maar dat blijft niet zo. Uw mond verandert omdat uw kaken slinken. Uw kunstgebit blijft wel even groot. Er ontstaat dus ruimte tussen uw prothese en uw kaak, waardoor uw gebit op den duur losser gaat zitten. De kaken slinken bij een overkappingsprothese lang niet zo snel als bij een gewoon kunstgebit. Snelle gewichtsafname kan ook van invloed zijn op het sneller slinken van de kaken. Als uw prothese niet goed meer past, kan die op sommige plaatsen op uw kaak zwaarder gaan drukken dan op andere. Dat kan pijn veroorzaken. Ga dan naar de tandarts. Schuur of vijl niet zelf aan uw prothese. In zo’n geval wordt de prothese voor u aangepast door er een nieuwe laag of voering in aan te brengen, waardoor de (overkapping)prothese weer steviger zit. De kosten hiervan worden meestal voor minimaal 75% gedekt door de basisverzekering.

CONTROLE DOOR DE BEHANDELAAR IS BELANGRIJK

Om pijn te voorkomen en om loszitten van uw kunstgebit tijdig te kunnen constateren, is het aan te raden minstens één keer per jaar naar de behandelaar te gaan. Ga ook als u geen klachten heeft. Het slinken van uw kaken gaat heel ongemerkt. Het zal u in eerste instantie dus niet opvallen. Uw behandelaar kan uw kunstgebit weer goed passend maken, of u op tijd aanraden een nieuwe te nemen, want ook een kunstgebit kan verslijten. De zorgverzekeraar vergoedt binnen de basisverzekering na 5 jaar voor 75% de kosten van een nieuwe prothese. De snelheid waarmee een kunstgebit slijt wordt beïnvloed door mondgewoontes zoals knarsen en klemmen, maar ook door de sterkte van de tegenoverliggende kaak (een prothese op implantaten kan meer kracht uitoefenen dan een prothese zonder implantaten). De behandelaar controleert bovendien of uw mond nog goed gezond is. Vooral mensen met een slecht passend kunstgebit of mensen die hun kunstgebit al jarenlang dragen, kunnen vervelende mond-afwijkingen krijgen. Hierbij kan gedacht worden aan onder andere schimmels of wildgroei van tandvlees.

KLEEFPASTA’S, KLEEFPOEDERS EN ANDERE HULPMIDDELEN

Er zijn allerlei kleefpasta's, kleefpoeders en 'voeringen' op de markt om een kunstgebit meer houvast te geven. Die middelen zijn eigenlijk allemaal noodoplossingen. De oorzaak van het probleem wordt niet echt weggenomen. Doe nooit watjes onder uw kunstgebit. Uw kaken gaan daarvan alleen maar sneller slinken. Gaat uw kunstgebit loszitten? Neem dan contact met uw tandarts op.